Geen billijke vergoeding voor fractiemedewerker PVV

Geen billijke vergoeding voor fractiemedewerker PVV

Een fractiemedewerker van de PVV verzoekt de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Als reden geeft hij aan dat de werkdruk te hoog was en dat hij niet goed overweg kon met het Tweede Kamerlid Van Dijck. De PVV heeft te weinig gedaan om dit op te lossen. De fractiemedewerker vordert een transitievergoeding. Daarnaast vordert hij een billijke vergoeding. Dit is mede aangezien het PVV-stigma het lastiger maakt om aan een andere baan te komen.

De fractiemedewerker werkt sinds 2010 voor de stichting die personeel in dienst neemt ter ondersteuning van de Tweede Kamerfractie van de PVV. De werkzaamheden zijn het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van één of meer beleidsterreinen en het ondersteunen van de werkzaamheden van één of meer Kamerleden. De gebruikelijke werktijd is doordeweeks tussen 9:00 en 17:30 uur. Wel kan de medewerker worden verplicht om overwerk te verrichten waarvoor hij geen vergoeding ontvangt.

In 2012 is het aantal fractiemedewerkers teruggebracht van 33 naar 16. Dit in verband met het verlies aan zetels van de PVV. Sinds 2013 werkt de medewerker op de portefeuilles Sociale Zaken en Financiën voor twee Tweede Kamerleden. De medewerker meldt zich op 3 december 2013 ziek omdat hij overwerkt is. Op 23 december 2013 gaat de medewerker weer aan de slag en worden er afspraken gemaakt over de werkdruk.

In 2014 krijgt de medewerker een ander beleidsterrein en gaat hij samenwerken met Tweede Kamerlid Van Dijck, na bemiddeling. In 2015 start de medewerker op eigen initiatief een opleiding tot controller.

In september 2016 rondom de Algemene Politieke Beschouwingen wordt er aangegeven dat de fractiemedewerkers kunnen verwachten overuren te gaan maken, ook in de avonduren. De medewerker geeft op 5 december 2016 aan dat hij per direct zijn werkzaamheden beëindigd en een ontbindingsverzoek heeft ingediend. Hij geeft aan dat hij te zwaar belast is met te veel werk en extreme werkdruk. Ook heeft de stichting onvoldoende gedaan om de stroeve samenwerking met Van Dijck te verbeteren, dan wel om hem over te plaatsen. De medewerker verzoekt betaling van de transitievergoeding en een billijke vergoeding van ruim € 200.000,-. De laatste vergoeding is mede vanwege het PVV-stigma, wat het lastiger maakt om aan een andere baan te komen.

De kantonrechter geeft aan dat de fractiemedewerker onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij te maken had met extreme werkdruk. Er mag immers van een fractiemedewerker worden verwacht dat hij extra werkzaamheden verricht, juist rondom relevante politieke gebeurtenissen. Bovendien is de medewerker in 2015 op eigen initiatief een opleiding gaan volgen. Dit duidt er niet op dat de medewerker overbelast was.

Over de stroeve samenwerking met Van Dijck meldt de kantonrechter het volgende. Dit leidt niet tot toekenning van een billijke vergoeding. De stichting heeft via bemiddeling de relatie proberen te verbeteren. Het was niet mogelijk om de fractiemedewerker voor een ander Kamerlid in te zetten aangezien zijn expertise op het gebied van belastingwetgeving en financiën ligt, de portefeuille van Van Dijck. Ook het PVV-stigma kan niet leiden tot een billijke vergoeding. De kantonrechter geeft namelijk aan dat enkel omstandigheden die tot het einde van een arbeidsovereenkomst leiden, kunnen worden meegenomen bij het vaststellen of de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst aangezien de stichting hiermee instemt. Uitsluitend omdat de stichting bereid is de transitievergoeding te betalen, wordt die vastgesteld.

Uit het bovenstaande blijkt dat een billijke vergoeding niet snel wordt toegekend. Indien u vragen heeft over een mogelijke billijke vergoeding dan kunt u contact opnemen met een van onze juristen. Wij kunnen u op dit punt adviseren, zodat u weet wat de kansen en bedreigingen zijn.



Geef een reactie

Scroll Up