Voorwaardelijke ontbinding arbeidsovereenkomst nog steeds mogelijk

Voorwaardelijke ontbinding arbeidsovereenkomst nog steeds mogelijk

Een ontslag op staande voet is niet zonder risico. Stel dat de rechter (enkele maanden later) vaststelt dat het ontslag op staande voet niet geldig is gegeven, moet de werkgever met terugwerkende kracht loon betalen en (wellicht erger) is de werkgever nog steeds niet van de werknemer af. Een voorwaardelijke ontbinding van een arbeidsovereenkomst geeft de werkgever bescherming tegen dit risico. Een werkgever die na een ontslag op staande voet de kantonrechter verzoekt de arbeidsovereenkomst voor de zekerheid (dus voorwaardelijk) te ontbinden, beperkt zijn risico door de kansen op een einde arbeidsovereenkomst te vergroten.

Na invoering van de Wet Werk en Zekerheid was het niet langer duidelijk of een voorwaardelijke ontbinding van een arbeidsovereenkomst nog mogelijk was. De wetgever heeft zich bij de invoering van de Wet Werk en Zekerheid niet nadrukkelijk uitgesproken over de vraag of voorwaardelijke ontbinding nog mogelijk was. Onder experts en rechters was discussie of dat nog wel paste in het nieuwe systeem van de wet.

Gelukkig is er nu duidelijkheid. De Hoge Raad heeft op 23 december 2016 geoordeeld dat voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst nog steeds mogelijk is. Wel kan dit alleen als de betreffende kantonrechter zelf oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is geweest. Het verzoek tot voorwaardelijke ontbinding moet dus ingediend worden als tegenverzoek op het verzoek van de werknemer om het ontslag op staande voet te vernietigen.

Zowel voor werknemers als voor werkgever loont het om hulp in te schakelen, want de belangen en gevolgen kunnen zeer groot zijn. De experts van WMS kunnen u adviseren in situaties van ontslag op staande voet.



Geef een reactie

Scroll Up