Wijzigen verzoek bij ontslag op staande voet buiten de vervaltermijn is geldig

Wijzigen verzoek bij ontslag op staande voet buiten de vervaltermijn is geldig

Wanneer een werknemer op staande voet (dringende reden) wordt ontslagen, is er geen ontslagbescherming voor de werknemer. Zo hoeft de werkgever geen toestemming te vragen bij het UWV en zijn de opzegverboden en opzegtermijnen niet van toepassing. Wel kan de werknemer het ontslag aanvechten bij de kantonrechter. Hierbij kan de werknemer op twee gronden een beroep doen. De eerste grond is de vernietiging van de opzegging. De tweede grond is herstel van de arbeidsovereenkomst.

Uit de uitspraak Dibbets/Pinckers in 1994 is al gebleken dat de werknemer (gedurende de procedure) kan switchen in zijn keuze in de ontslaggrond. In dit arrest deed de werknemer in eerste instantie een beroep op de vernietigbaarheid van de opzegging. Later deed de werknemer hiervan afstand en deed hij een beroep op de onregelmatigheid en kennelijke onredelijkheid van het ontslag.

Op 5 oktober 2016 heeft de Rechtbank Amsterdam geoordeeld dat deze switch ook geldig is indien deze buiten de vervaltermijn is gedaan. De werknemer verzocht in deze zaak in eerste instantie vernietiging van de opzegging. Tijdens de zitting, dus na de afloop van de vervaltermijn van twee maanden na het ontslag, wijzigt de werknemer zijn verzoek naar een toekenning van een billijke vergoeding op grond van artikel 7:681 lid 1 BW. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze switch tijdig is.



Geef een reactie

Scroll Up